Bomen planten: plantafstanden uit het Veldwetboek en Burgerlijk Wetboek

In de wetgeving staan een beperkt aantal regels die gerespecteerd moeten worden bij het planten van bomen en struiken. De bepalingen vinden we terug in verschillende wetteksten. 

Op deze pagina gaan we in op de plantafstanden uit het Veldwetboek uit 1886 en het Burgerlijk Wetboek. Op een aparte pagina behandelen we de regels uit de andere wetgeving die van toepassing kunnen zijn bij het planten van bomen. Daarbij geven we ook een overzicht van de te respecteren plantafstanden naast nutsvoorzieningen, wegen, edm.. .

Heb je vragen over overhangende takken en doorschietende wortels? Dan kan je op deze pagina terecht. 

Save the date: september 2021!

Tot september 2021 vonden we de te respecteren plantafstanden t.o.v. de perceelsgrens in het Veldwetboek uit 1886. Quasi al deze bepalingen werden overgenomen in het Burgerlijk Wetboek, boek 3 'Goederen' - zie verder.

Na een arrest van het Grondwettelijk hof - arrest nr. 148/2021 van 21 oktober 2021- werd echter beslist dat:

  • de plantafstanden van het Veldwetboek van toepassing blijven op bomen die voor september 2021 werden geplant of dus op 1 september 2021 op terrein reeds aanwezig zijn.
  • de plantafstanden van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn op bomen die vanaf september 2021 op het terrein verschijnen. 

Veldwetboek: plantafstanden voor bomen die op 1 september 2021 reeds op terrein aanwezig zijn

In art. 35 van het Veldwetboek stond dat vaste en erkende gebruiken inzake plantafstanden voorrang hebben. Zijn die niet aanwezig in een bepaalde streek dan worden volgende algemene plantafstanden gerespecteerd:

  • hoogstammige bomen op 2 meter van de perceelsgrens.
  • hagen en andere bomen op ten minste 0,5 meter van de perceelsgrens.

Het Veldwetboek voorziet een aantal uitzonderingen. Bijgevolg zijn de hierboven vermelde plantafstanden niet van toepassing (voor bomen geplant voor september 2021):

  • op bomen op het openbaar domein van de overheid, bv straatbomen. Dit gaat dus niet over bomen in het privaat domein van de overheid, bv. de niet toegankelijke domeinen.
  • bij verkrijgende verjaring. Als de bomen er al langer dan 30 jaar onverstoord staan dan kunnen ze blijven staan ongeacht de afstand (burgerlijk recht: erfdienstbaarheid zichtbaar en voortdurend).
  • bij het geval 'bestemming van de huisvader'. Dit is wanneer een eigenaar zijn domein splitst ontstaat de erfdienstbaarheid van plantrecht om beplantingen te hebben op kortere afstand (was latent aanwezig)
  • als er een overeenkomst is opgemaakt tussen twee eigenaren.

    Burgerlijk Wetboek:plantafstanden voor bomen die vanaf 1 september 2021 op terrein aanwezig zijn

    In 2019 werd het Burgerlijk Wetboek, boek 3 'Goederen' aangevuld met te respecteren plantafstanden bij bomen en struiken planten. De bepalingen gingen in september 2021 van kracht en zijn enkel van toepassing op bomen aangeplant vanaf september 2021.

    In art. 3.133 lezen we: 

    Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan:

    • bomen die minstens 2 meter hoog zijn: 2 meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom
    • andere bomen, struiken en hagen: op een halve meter. 

    Uitzonderingen zijn:

    • indien ze tot de openbare wegen, wateren en hun aanhorigheden behoren (opgelet, niet het volledige openbare domein is vrijgesteld!). (Wet van 19/06/2023 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, teneinde in een uitzondering te voorzien op het rooien en snoeien van bomen en beplantingen als die zich op het openbaar domein bevinden en waarde hebben voor het algemeen belang, BS 6/10/2023) 
    • als partijen hierover een contract hebben gesloten (overeenkomst, notariële akte)
    • als de beplanting al meer dan 30 jaar op dezelfde plaats staat (30-jarige verjaring)
    • beplantingen die niet hoger reiken dan de afsluiting tussen de percelen want hiertegen kan een buur zich niet verzetten. 

     

    Bosaanplant in het agrarisch gebied: plantafstand en vergunning

    In art. 35bis§5 van het Veldwetboek van 1886 vinden we ook nog steeds de te respecteren plantafstand voor bosaanplant in het agrarisch gebied:

    In de voor de landbouw bestemde gedeelten van het grondgebied is bosaanplanting verboden op minder dan zes meter van de scheidingslijn tussen twee erven. Bovendien is een vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op de voor bosbouw bestemde zone, langs de voor landbouw bestemde zone."

    Dus voor bosaanplanting in agrarisch gebied:

    • blijf je op 6 meter van de perceelsgrens. De zone van 6 meter mag gebruikt worden om een bosrand tot ontwikkeling te laten komen: struiken, heesters en ruigte kunnen er wel. 
    • heb je een vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar de bosaanplanting gebeurt, nodig. Het college beslist binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag. Doet het dit niet binnen die termijn, dan wordt de vergunning geacht verleend te zijn. De weigering van de vergunning is met redenen kleed. Er kan beroep worden ingesteld bij de bestendige deputatie tegen de weigering van de vergunning, niet tegen een positieve beslissing! 
    • in het kader van de vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen wordt een advies gevraagd aan ANB én departement Landbouw. Het advies wordt verleend binnen een termijn van 20 dagen. De termijn begint te lopen op de datum van verzending. Bij gebrek aan advies binnen deze termijn, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
    . (zaza)

    Gevolgen van het niet respecteren van de afstandsregels uit het BW

    Voor bomen, hagen, heesters en struiken geplant op een kortere afstand dan in de wet bepaald dan kan de nabuur de snoeing of rooiing er van eisen tenzij de rechter van oordeel is dat dit rechtsmisbruik uitmaakt.

    Voor bomen, hagen, heesters en struiken geplant na 1 september 2021 houdt de rechter houdt bij zijn/haar oordeel rekening met alle omstandigheden van het geval, met inbegrip van het algemeen belang

    Het eisen van snoeiing of rooiing houdt geen automatisch recht in! Dus het is niet omdat je het als nabuur eist, dat de eigenaar van de beplanting zijn bomen edm moet snoeien of rooien! Bijgevolg is het de (vrede)rechter die in deze kwesties een appreciatiebevoegdheid heeft. Hierbij zal die alle belangen van beide partijen inroepen en, voor aanplantingen sinds 1 spetember 2021, ook rekening houden met het algemeen belang. 

    Bovendien betekent de uitspraak van de (vrede)rechter nog niet dat men een vergunning heeft om de boom te mogen kappen!  Die vergunningen/ ontheffingen / afwijkingen moeten indien nodig ook aangevraagd en bekomen worden vooraleer bomen gekapt kunnen worden.

    Een bijzonder hallucinant voorbeeld hiervan vind je in het magazine Frontaal van het Gents Milieufront, maart 2016, p 13-15, 'Kafka voor een boom'.

    Andere wetgeving bij bomen planten

    • Naast de plantafstanden uit het Veldwetboek en Burgerlijk Wetboek (voor bomen geplant sinds 1/9/2021) zijn er nog tal van te respecteren plantafstanden ingevoerd in Vlaanderen, bv. naast wegen en onder hoogspanningskabels.
    • Het planten van bomen kan ook een vegetatiewijziging inhouden. Dan moeten de regels uit het Natuurdecreet gerespecteerd worden. 
    • Grootschalige bebossingen kunnen onderhevig zijn aan de MER-plicht. 

    Meer hierover lees je op de deze pagina.

    Heb je vragen over overhangende takken en doorschietende wortels? Dan kan je op deze pagina terecht.