Krabbenscheer

Stratiotes aloides

Habitat: 

Krabbenscheer groeit in de luwe, ondiepe delen van laagveenplassen, afgesneden rivierarmen, vaarten en sloten met stilstaand of zwak stromend water. De soort is vorstgevoelig bij te geringe waterdiepte. De standplaatsen zijn zoet tot soms zwak brak, vrij neutraal tot alkalisch, met vrij hard en voedselrijk water op een organische bodem, vaak op het contact tussen verschillende watertypen. Door de vorming van dichte vegetaties leidt de soort de verlanding in. Het oogsten van de planten als meststof kan de vegetaties evenwel een meer bestendig karakter verlenen. De soort is erg gevoelig voor sulfidenvergiftiging.