Habitat:
Ogenschijnlijk is driedelige waterranonkel taxonomisch een probleemloze soort, maar toch geven de sleutels in de diverse flora’s gemakkelijk aanleiding tot foutieve determinaties. Er is nog altijd verwarring mogelijk met witte waterranonkel en reeds volgens LAWALRÉE 1955 was meer onderzoek in dat verband nodig. Volgens de literatuur zijn er verschillende taxonomische concepten onder eenzelfde naam in gebruik (PIZARRO 1994). Driedelige waterranonkel groeit in tijdelijke poelen, langs venoevers, en op in de winters overstroomde en in de zomers droogvallende plaatsen. Daarnaast staat de soort op natte, modderige plaatsen langs wegkanten en in karrensporen in veengebieden. De soort is kalkmijdend en verkiest voedselarme situaties. Ze bloeit zeer vroeg op het jaar, in maart (of zelfs al in februari), en is in april-mei alweer verdwenen. Onder meer wegens haar geringe afmetingen is ze niet bestand tegen concurrentie.