Habitat:
Klein vogelpootje is een kenmerkende soort van lage begroeiingen in droge, kalkarme, zonnige en schrale graslanden en wegbermen op lichte bodems. In het intensieve landbouwlandschap is dat soort milieus zeldzaam geworden, maar de soort vindt nu onder meer geregeld een toevluchtsoord op de perceelshoekjes waar maïs of raaigras is ingekuild. Ze gedijt er op het deklaagje aarde bovenop de voederkuil of op de omgewoelde grond errond. In graslandgebieden is de soort dikwijls teruggedrongen tot de door het vee afgegraasde, maar minder bemeste en daardoor verschraalde grasstrookjes onder de prikkeldraad, vooral wanneer de buitenrand van het perceel net iets hoger ligt dan de weide zelf. Een prima uitwijkmogelijkheid bieden ook met grote regelmaat kort gemaaide, maar weinig of niet bemeste, niet noodzakelijk oude gazons in verkavelingen en rond gebouwen van bedrijfsterreinen.