Beschrijving:
Trekrus is een van onze taaiste russen met stijve vrij dikke gootvormige bladeren. Het zijn deze stijve bladeren die onderaan de plant een dichte bundel vormen die typisch zijn voor deze soort.
Wanneer Trekrus in bloei of zaad staat, zie je dat de bloeistengel meestal niet bebladerd is en dat het schutblad (dit is het blad dat net onder de bloeiwijze staat) niet boven de bloeiwijze uitkomt. De bloemen van Trekrus zijn vrij groot voor een rus, ongeveer 1 cm in diameter, en de bloemdekbladen zijn bruin. We spreken van bloemdekbladen omdat er bijna geen verschil is tussen kelk- en kroonbladeren.
Verwarring mogelijk met:
Door de dikke gootvormige bladeren die onderaan in bundels staan is deze rus niet snel met andere russen te verwarren. De meest gekende russen zoals Pitrus of Biezenknoppen zien er totaal anders uit omdat ze biesvormige bladeren hebben.
Russen die ook vrij vlakvormige bladeren hebben zijn Platte rus, Zilte rus en Tengere rus. Maar Tengere rus heeft een schutblad dat boven de bloeiwijze uitkomt en groenige bloemdekbladen. Zilte rus en Platte rus lijken wat op Trekrus maar geen van deze soorten heeft dikke gootvormige bladeren die onderaan in bundels staan.
Habitat:
Trekrus komt voor op vochtige en natte heide, in vochtig heischraal grasland en op uitgedroogd hoogveen. Meestal is de bodem erg compact en hard, en bestaat hij uit sterk humeus zandig materiaal of veen. Gedurende een korte periode van het jaar is de standplaats zeer nat en kan ze kortstondig onder water komen. Trekrus breidt zich uit langs padranden en op tredplaatsen in natte en vochtige heide. De soort koloniseert brandplekken in natte heide waar de humeuze bovengrond gedeeltelijk gemineraliseerd is.