Beschrijving:
Dit natuurstreefbeeld behoort tot de heischrale graslanden en komt voor op onbemeste, droge bodem. Je kan het vinden in oostelijk Limburg op kalkhellingen waarvan de bodem is bedekt met een laag kalkarm materiaal afkomstig van hoger op de helling. Hierdoor krijg je een combinatie van soorten van heischrale graslanden met een aantal soorten van kalkgraslanden. Betonie is een zeer kenmerkende soort voor dit natuurstreefbeeld. Daarnaast vind je soorten van heischrale graslanden zoals bv. Tormentil, Tandjesgras en Borstelgras. Soorten die duiden op het kalkgraslandelement zijn bv. Kleine pimpernel, zeegroene zegge en Ruige leeuwentand en Gevinde kortsteel. Gevinde kortsteel is vaak veel aanwezig maar een dominantie van deze soort duidt op vergassing.
Het is een subtype van
Natuurbeheer:
Het beheer bestaat uit begrazing met mergelschapen in augustus en september. Op ruige stukken wordt vaak gemaaid in augustus met nabegrazing. Het beheer start past in augustus zodat alle gewenste soorten in zaad kunnen komen.
Bedreigingen:
Eén van de belangrijkste milieudrukken voor dit graslandtype is vermesting: de aanrijking met voedingsstoffen (voornamelijk stikstof en fosfor) afkomstig van landbouw, verkeer en industriële activiteit. Algemeen wordt gesteld dat de vegetatie van heischrale graslanden in hun groei beperkt worden door stikstof. De hoge stikstofdepositie van de afgelopen decennia heeft geleid tot een sterke toename in de beschikbaarheid van stikstof voor planten. Meestal leidt dit uiteindelijk tot vergrassing met sterke overheersing van Bochtige smele of Gewoon struisgras onder droge omstandigheden. Ander onderzoek suggereert echter dat de soortenrijkdom van heischrale graslanden in de eerste plaats een functie is van de fosforbeschikbaarheid in de bodem. Hogere biomassaproductie, en dus waarschijnlijk competitieve verdringing van kenmerkende plantensoorten, blijkt ook in verband te staan met hogere fosforbeschikbaarheid. Een beperkte soortenanalyse geeft eveneens aan dat het voorkomen van kenmerkende plantensoorten van heischrale graslanden voornamelijk afhangt van de fosforbeschikbaarheid. De meest bedreigde soorten in deze analyse (Bevertjes en Gewone vleugeltjesbloem) komen alleen voor bij zeer lage fosforbeschikbaarheden (ong. 1 mg P/kg).
Bodemverzuring is eveneens een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van de droge en natte heischrale graslanden. Verzurende atmosferische depositie leidt tot uitloging van basische kationen in de bodem. Verzuring van de heischrale graslanden heeft twee effecten.
- Er treedt een verschuiving op in het bufferingsmechanisme. De zuurbuffering door uitwisseling van basische kationen zoals calcium, magnesium en kalium aan het adsorptiecomplex maakt plaats voor buffering door het oplossen van aluminiumverbindingen, de aluminiumbuffering. Het omslagpunt ligt ongeveer bij pH=4,5. De basische kationen gaan in oplossing en spoelen uit naar diepere bodemlagen. Daarmee wordt de beschikbaarheid van voor de plant belangrijke voedingsstoffen als calcium, magnesium en kalium verlaagd. De concentraties van metalen, vooral aluminium (Al3+), in het bodemvocht stijgen. Voor veel plantensoorten van heischrale graslanden zijn deze ionen toxisch, zeker als er weinig calcium of kalium aanwezig is.
- Het tweede effect van de verzuring is de daling van de mineralisatie- en nitrificatiesnelheid. Dit leidt zowel tot een sterkere accumulatie van strooisel als het stijgen van ammoniumgehalten in het bodemvocht. Karakteristieke soorten van heischrale graslanden, zijn niet bestand tegen hoge ammoniumconcentraties in het bodemvocht bij lage pH's. Ze zullen dus bij verzuring verdwijnen.