Het omvormen van soortenarme fase 1 en 2 graslanden naar soortenrijkere fase 3, 4 en 5 graslanden vraagt een vrij intensief maaibeheer. Belangrijk is het inschatten van de voormalige bemesting dit vooral wat betreft fosfaat. Indien er teveel fosfaat beschikbaar is voor planten, lukt de omvorming via maaibeheer mogelijks niet. Je zal dan andere technieken moeten toepassen zoals uitmijnen of afgraven. Hierbij moet je goed afwegen of de kosten en inspanningen niet te hoog zijn. Indien de inspanning te groot is voor het gestelde doel kan je beter een ander doel kiezen zoals een ruigte, struweel of bos.
Wannneer er niet te veel of maar een beetje te veel fosfaat aanwezig is kan je via intensief maaibeheer het grasland soortenrijker maken.
Indien de soorten die vroeger in het landschap aanwezig waren er niet meer zijn kan het nodig zijn deze op het grasland te brengen. Dit heeft pas zin wanneer het grasland zich in fase 3 bevindt. Het zaad is dan best afkomstig van goed ontwikkelde percelen in de omgeving.
In fase 0 en fase 1 graslanden kan je 3 keer maaien. Wanneer het grasland zich verder ontwikkelt naar een fase 2 grasland kan je ook nog 3 keer maaien maar 2 keer maaien kan dan ook. Vanaf een fase 3 graslanden maai je nog maar 2 keer.
Jan | Feb | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Aug | Sept | Okt | Nov | Dec |
1ste maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 1 1 1 1 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |
2de maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 1 1 1 1 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |
3de maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 1 1 1 1 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |
Wanneer het grasland in fase 2 is moet je eerste maaibeurt vroeg vallen. Ook in fase 3 en 4 graslanden kan je nog een eerste vroege maaibeurt doen. Dan zal de 2de maaibeurt pas vallen als de gewenste soorten in bloei en zaad zijn gekomen. Bij fase 3 en 4 graslanden wordt er wel vaker gekozen om een late eerste maaibeurt te doen. Dan maai je de eerste keer als de gewenste soorten in zaad staan.
Jan | Feb | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Aug | Sept | Okt | Nov | Dec |
1ste maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 1 1 1 1 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |
2de maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 1 1 1 1 | 1 1 1 1 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |
Bij fase 3 en 4 graslanden wordt er wel vaker gekozen om een late eerste maaibeurt te doen. Dan maai je de eerste keer als de gewenste soorten in zaad staan.
Jan | Feb | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Aug | Sept | Okt | Nov | Dec |
1ste maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 1 1 | 1 1 1 1 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |
2de maaibeurt | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 1 1 | 1 1 0 0 | 0 0 0 0 | 0 0 0 0 |