Gewone esdoorn

Acer pseudoplatanus

Beheer: 

De Gewone esdoorn verjongt zeer gemakkelijk, is schaduwtolerant en kent een snelle jeugdgroei. De diameter- en hoogtegroei vertragen echter vrij vroeg: op gemiddelde standplaatsen al vanaf dertig jaar. Gewone esdoorn verdraagt in de boomlaag immers slecht concurrentie van andere bomen. De soort blijkt op verzuringsgevoelige bodems in staat om in zekere mate humusdegradatie tegen te gaan of te herstellen. Vanaf een leeftijd van ongeveer 30 jaar heeft een homogeen esdoornbestand een gunstige invloed op de kruidlaag- en mossendiversiteit. Overvloedige verjonging gaat eerst door een dichte, donkere stakenfase met een soortenarme kruidlaag. Door de snelle jeugdgroei is het mogelijk om grotere diameters te produceren met een kleinere bedrijfstijd in vergelijking met bijvoorbeeld Eik of Beuk. Met een aangepast beheer kan men tachtig tot negentig jaar oude bomen verkrijgen met een omtrek van 1,6 tot 2,2 m. Tegenwoordig haalt kwaliteitsesdoorn op de houtmarkt vaak betere prijzen dan Zoete kers of inlandse Eik. Het gebruik van Gewone esdoorn als secundaire boomsoort in gemengde loofbossen verhoogt dus niet enkel de ecologische diversiteit, maar is ook financieel interessant. Het hout van Gewone esdoorn is geschikt voor uiteenlopende toepassingen zoals meubels, triplex, parket en muziekinstrumenten.

Habitat: 

In Vlaanderen wordt gewone esdoorn aangetroffen in een brede waaier van bosgebieden, zowel op iets vochtige als op eerder droge gronden. Ook ten aanzien van het substraat is de soort bijzonder onverschillig: ze groeit op zuur, maar evengoed op kalkhoudend substraat. Dat verklaart zonder twijfel waarom ze bijna gebiedsdekkend in Vlaanderen voorkomt. Omdat de soort ook vaak in het stedelijke gebied wordt aangeplant, verschijnt ze steeds vaker op braakliggende stadsterreinen. Soms gebeurt dat in zo grote aantallen dat op termijn sterk door gewone esdoorn gedomineerde bossen zouden kunnen ontstaan.

Samenwerking en subsidies

Deze pagina werd mogelijk gemaakt door de financiële steun van het LIFE-programma van de EU in het kader van het LIFE BNIP-project.