Graslanden: bescherming en gevolgen

Bescherming van graslanden in navolging van het Natuurdecreet.

Het Vegetatiebesluit (BVR van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu), een van de uitvoeringsbesluiten van het Natuurdecreet, regelt de bescherming van o.a. vegetaties en  historisch permanente graslanden in Vlaanderen.

Het Maatregelenbesluit (BVR van 21/11/2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid), een van de uitvoeringsbesluiten van het Natuurdecreet, regelt de bescherming van o.a. permanente graslanden gelegen in VEN.

Bescherming HPG

Het wijzigen van historisch permanente graslanden kan verboden zijn of onderworpen zijn aan de vergunningsplicht vanuit het Natuurdecreet ( = omgevingsvergunning voor het wijzigen van vegetaties). Of de wijziging verboden dan wel vergunningsplichtig is, hangt af van de ligging van het HPG.

Het wijzigen van historisch permanente graslanden, met inbegrip van het daaraan verbonden microreliëf en poelen, is VERBODEN als die graslanden gelegen zijn:

  1. in de groene bestemmingen (groengebied, parkgebied, buffergebied, bosgebieden) op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden;
  2. in beschermd cultuurhistorisch landschap;
  3. in SBZ Poldercomplex (BE2500932) en SBZ Het Zwin (BE2501033) als er voor die gebieden geen afwijkende instandhoudingsdoelstellingen (natuurdoelen) vastgesteld zijn die het wijzigen noodzakelijk maken;
  4. op de kaart opgemaakt door de Vlaamse regering. Het verbod geldt voor zover de HPG’s definitief zijn vastgesteld én gelegen zijn binnen een van de gebieden beschreven onder 1, 2 of 3.

In de volgende gebieden en zones is het wijzigen van historisch permanente graslanden, met inbegrip van het daaraan verbonden microreliëf en poelen VERGUNNINGSPLICHTIG:

  1. in valleigebieden, brongebieden, natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of agrarische gebieden met bijzondere waarde op de bestemmingsplannen en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden;
  2. in SBZ IJzervallei (BE 250083)
  3. in SBZs in uitvoering van de Habitatrichtlijn, in zoverre het desbetreffende type historisch permanent grasland binnen deze perimeters als habitat is aangemeld;
  4. op de kaart opgemaakt door de Vlaamse regering. De vergunningsplicht geldt voor zover de HPG’s definitief zijn vastgesteld én gelegen zijn binnen een van de gebieden beschreven onder 1, 2 of 3.

Bescherming permanente graslanden

Voor de figuur 'permanent grasland' is er enkel een bepaling uitgewerkt in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). 

Waar het VEN gelegen is, vind je op de website www.geopunt.be terug (via 'Kaarten en plaatsen' > Natuur en milieu > Natuur).

In VEN zijn een aantal handelingen verboden, zoals het wijzigen van vegetaties en kleine landschapselementen en reliëfwijzigingen. De VEN-verboden lees je in art.25 van het Natuurdecreet.

Het Maatregelenbesluit vult in art. 6 de VEN-verboden aan:

  • het scheuren van permanent grasland is verboden in de gebieden van het VEN (het Vlaams Ecologisch Netwerk).

    Bescherming van graslanden in navolging van het landbouwbeleid.

    In het kader van de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid werd in Vlaanderen de vergroeningsmaatregel ‘behoud blijvend grasland’ uitgewerkt. Elke land- en tuinbouwer die steun ontvangt, is verplicht om deze vergroeningsmaatregel na te leven.

    De vergroeningsmaatregel houdt een waarborg in dat het totale Vlaamse areaal blijvend grasland behouden blijft. Hierbij werd 2015 als referentiejaar gekozen. Het areaal blijvend grasland mag niet meer dalen dan 5% t.o.v. het areaal van 2015 of er komen strikte maatregelen om het areaal opnieuw op het niveau van het referentiejaar te brengen. Het gaat om een collectieve doelstelling. Zakt het areaal toch onder die 5% dan komt er een totaal verbod op omzetting of ploegen van alle percelen BG én zullen landbouwers verplicht kunnen worden tot aanleg van nieuw blijvende grasland.  Meer info vind je via https://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/perceelsgebonden/vergroeningspremie/blijvend-grasland

    Bepaalde percelen ‘blijvend grasland’ zijn als ‘ecologisch kwetsbaar’ aangeduid: EKBG. Met betrekking tot deze EKBG werd een bijzonder complexe regeling uitgewerkt. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen EKBG dat enkel beschermd is door landbouwwetgeving en EKBG dat ook beschermd is door het vegetatiewijzigingsverbod of de vergunningsplicht voor vegetatiewijziging volgens de natuurwetgeving.

    Dit onderscheid is (gelukkig!) grafisch raadpleegbaar via de verzamelaanvraag op het e-loket.

    • Voor percelen aangeduid als EKBG die niet onder de bescherming van het Natuurdecreet vallen, geldt een verbod op ploegen of omzetten naar andere vormen van grondgebruik dan ‘grassen en kruidachtige voedergewassen’. Gewoon graslandbeheer inclusief doorzaaien is toegelaten.
    • Voor percelen aangeduid als EKBG die ook onder de bescherming van het Natuurdecreet vallen, geldt dat het wijzigen van de vegetatie door geen enkele handeling (bv. ploegen, toepassen van gewasbeschermingsmiddelen, doorzaaien, reliëf wijzigen, …) is toegelaten.

    Het ploegverbod op alle percelen aangeduid als EKBG, betekent concreet ook dat het reliëf, inclusief het microreliëf zoals laantjes, van deze percelen niet mag gewijzigd worden.

    De bemesting van ecologisch kwetsbaar blijvend grasland valt onder de toepassing van het mestdecreet. Er zijn 2 regimes:

    • Op landbouwgronden die in kwetsbaar gebied natuur liggen, geldt een bemestingsverbod. Dat betekent dat elke vorm van bemesting verboden is met uitzondering van de bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing (maximaal 2 GVE/ha op jaarbasis). De kwetsbare gebieden ‘natuur’ komen overeen met de bestemmingen ‘natuurgebieden’, ‘natuurontwikkelingsgebieden’, ‘natuurreservaten’ en ‘bosgebieden op de gewestplannen of de bestemmingen ‘natuur en reservaat’ en ‘bos’ volgens de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP’s). Binnen die gebieden kan voor sommige percelen onder bepaalde voorwaarden vrijstelling van het bemestingsverbod verkregen worden door 2 bepalingen: de ontheffing en de huiskavel. De ontheffing is uitdovend en gaat verloren door overdracht van het gebruik van het perceel. Op de website van de Vlaamse Landmaatschappij (www.vlm.be) is hierover een brochure terug te vinden, samen met twee toelichtingen. In deze brochure zijn alle rechten en plichten geduid alsook de overdrachtsbepalingen toegelicht.
    • Op landbouwgronden die niet in kwetsbaar gebied natuur liggen, gelden de algemene bemestingsnormen van het mestdecreet.

    Meer info: https://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/perceelsgebonden/vergroeningspremie