Beschrijving:
Dit habitattype omvat Elzen-Essenbossen, Elzenbroekbossen en Wilgenbossen, die vooral voorkomen op alluviale bodems langs rivieren en beken en in moerassige depressies. Diverse subtypes, die elkaar soms overlappen, kunnen in Vlaanderen worden onderscheiden. De natuurstreefbeelden die in Vlaanderen onder dit habitatype vallen zijn:
- Bronbossen
- Valleibossen of Beekbegeleidende bossen
- Elzenbroekbossen met drie subtypes: Ruigt-Elzenbos, Matig voedselrijk broekbos en het Voedselarm broekbos
- Wilgenvloedbos of Zachthoutooibossen
heeft als karakteristieke soort
Apatura iris
heeft als karakteristieke soort
Limenitis camilla
heeft als karakteristieke soort
Salamandra salamandra
Natuurbeheer:
Het uitwendig beheer is voornamelijk gericht op het behoud van een goede kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, natuurlijke grondwaterpeilen en een natuurlijke overstromingsdynamiek. Natuurtechnisch beheer in deze types kan bestaan uit nietsdoen-beheer of kleinschalig hakhoutbeheer.
Bedreigingen:
- Verruiging treedt op door verdroging (tengevolge van waterwinning, inpoldering, drainage of ontwatering) en door toevoer of overstromingen van water met slechte kwaliteit.
- Beekruimingen zorgen voor ophoging van oevers en verstoring van de hydrologie en bodem.
- Door rechttrekking, verbreding en oeverversteviging wordt de natuurlijke dynamiek van de waterloop gewijzigd, evenals door hydrologische wijzigingen in het bovenstrooms gebied (versnelde watertoevoer door verharding, verbeterde drainage, riooloverstorten e.d.).
- Versnippering.
- Gevoelig voor intensieve recreatie, maar voor doorsnee recreant weinig toegankelijk.
- In het verleden werden veel waardevolle structuur- en soortenrijke alluviale en broekbossen omgevormd naar intensieve, economisch georiënteerde populierenaanplanten. Dit ging gepaard met drainage, kaalslagpraktijken en korte omlooptijden met grote exploitatieschade (bv. bodemverdichting en spoorvorming) en een sterke degradatie door soortenverlies, homogenisering en structuurverlies.