Natura 2000: Droge kalkgraslanden en struweel op kalkbodem (6210)

Beschrijving: 

Kalkgraslanden zijn droge tot halfdroge graslanden op basenrijke bodems. Het kalkrijke substraat en de naar het zuiden georiënteerde helling zorgen voor een warm microklimaat met kenmerkende, warmteminnende soorten die doorgaans een Midden- tot Zuid-Europees verspreidingsareaal hebben. Zowel de kruidlaag als de moslaag zijn goed ontwikkeld en vertonen een zeer hoge soortenrijkdom. Kalkgraslanden komen vrijwel niet voor in Vlaanderen.

heeft als indicator van een goede toestand
Ranunculus serpens
heeft als indicator van een goede toestand
Viola hirta
heeft als indicator van een goede toestand
Orchis simia

Natuurbeheer: 

Een periodiek begrazingsbeheer is de meest aangewezen beheervorm. Kleine, geïsoleerde percelen komen eerder in aanmerking voor een maaibeheer. Ruigten en struwelen hebben baat bij een cyclisch maai- en kapbeheer. Verbossing van struwelen dient men tegen te gaan door selectief kappen van boomopslag.

Bedreigingen: 

  • Stopzetten van het maai- of begrazingsbeheer leidt tot verruiging en opslag met Meidoorn en Sleedoorn die in een latere fase overgaat naar loofbos. Enkel de evolutie naar struweel behoort inherent tot het habitattype.
  • Bemesting leidt tot het verdwijnen van de meest kritische soorten en uiteindelijk tot soortenarm cultuurgrasland; inspoeling van nutriënten uit hoger gelegen landbouwgronden leidt tot plaatselijke verruiging.
  • Overmatige betreding.
  • Selectief inzamelen van zeldzame plantensoorten (bv. orchideeën).