Natura 2000: Vastgelegde duinen (2130)

Dit habitattype bestaat uit duingraslanden en mosduinen met een grote diversiteit aan vegetatietypen, bepaald door verschillen in vocht- en kalkgehalte, beheer, winddynamiek en zonexpositie. Mosduinen ontstaan in een eeste fase, nadat de duin niet meer stuift en het Helmgras verdwijnt. In onze kalkrijke duinen verdwijnt Helm reeds na 5 tot 10 jaar. Mosduinen gaan dan verder evolueren naar duingraslanden. Eerst met een aantal pioniersoorten zoals Kruipend stalkruid en Duinviooltje. Later in de successie komen in het duingrasland dan soorten als Walstrobremraap, Geel zonneroosje, Kalkbedstro, Liggend bergvlas, Grote tijm en Nachtsilene. Deze graslanden zijn zeer soortenrijk