Fase 0 graslanden, ook raaigraslanden genoemd worden gedomineerd door Raaigras. Je kan ze herkennen aan een uniforme glanzend groene kleur. Meestal zijn ze ingezaaid en worden ze zwaar bemest. Het zijn vaak grasakkers en geen echte graslanden. Ze hebben een hoge productiviteit en worden meerdere keren per jaar gemaaid voor ruw voeder.
De biodiversiteit in dit type grasland is zeer laag en bestaat uit zeer algemene kruiden die hier en daar voorkomen tussen het Raaigras. Dit kunnen bijvoorbeeld Witte klaver, Paardenbloem, Straatgras of Kruipende boterbloem zijn.
Andere grassoorten de vaak samen met Raaigras voorkomen zijn Ruw beemdgras, en als het vochtig is Geknikte vossentstaart.
Om deze graslanden kruiden- en bloemenrijker te maken, moet je 2 tot 3 keer per jaar maaien en stoppen met bemesten. De eerste maaibeurt valt in mei,de tweede in juli en de laatse in oktober. Belangrijk is dat grasmat kort de winter ingaat. Bij dit maaibeheer zal de dominatie van Engels raaigras verdwijnen en gaat men over naar fase 1 graslanden.
Graslandfase: Raaigrasland, fase 0
Fase 0 is te herkennen aan een uniforme glanzende groene kleur over heel het perceel. Engels raaigras neemt meer dan 50% van de grasmat in. De weinige kruiden komen voor op kleine open plekken en het zijn zeer algemene soorten zoals Straatgras en Vogelmuur. Haarden of "eilanden" van kruiden ontbreken.
Bomenwijzer
Ga op zoek naar één of meerdere bomen die voldoen aan jouw criteria.