Bouwen aan groenexpertise

Bicarbonaattype

Definitie:

Naast indelingen van wateren op basis van de concentraties van zoutgehalte (zoet, brak, zout), de pH (zuurtgeraad) en het bicarbonaatgehalte (hardheid), worden er ook indelingen gemaakt die gebaseerd zijn op de relatieve aandelen van de ionen (berekend in equivalenten). Zo kunnen wateren op basis van dominantie van de anionen in sulfaat-, chloride- en bicarbonaat-type wateren worden ingedeeld (Alekin (1962)). Die indeling verklaart het voorkomen van bepaalde waterplanten.
 

Binnen de groep waterplanten met ondergedoken of drijvende bladeren laten zich enige groepen onderscheiden. Soorten met een"voorkeur voor bicarbonaat-type wateren zijn bijvoorbeeld beide waterpestsoorten (Elodea nuttallii en E. canadensis), dichtbladig fonteinkruid (Potamogeton densus) en enkele andere fonteinkruiden (Potamogeton crispus, P. mucronatus,  P.trichoides, P. berchtoldii, P. compressus en P. lucens) en Puntkroos.

Een chloridevoorkeu" hebben onder andere gedoomd hoornblad (Ceratophyllum demersum), bultkroos (Lemna gibba), grote kroosvaren (Azolla filiculoides), aarvederkruid (Myriophyllum spicatum) en schedefonteinkruid (P. pectinatus).

Soorten met een voorkeur voor hogere aandelen van sulfaat zijn onder andere egelboterbloem (Ranunculus flammula), gesteeld glaskroos (Elatine hexandra) en de meeste soorten uit het oeverkruidverbond (Littorellion).

Als laatste is er ook een groep die geen voorkeur bezit, onder andere zijn dit ondergedoken moerasscherm (Apium inundatum), de drie kranswiersoorten Chara globularis, C. hispida en C. vulgaris, waterviolier (Hottonia palustris, witte waterlelie (Nymphaea alba), stompbladig fonteinkruid (Potamogeton obtusifolius) en tenger fonteinkruid (P. pusillus).

Bij de oeverplanten bestaan soortgelijke voorkeuren en is er eenzelfde indeling gemaakt als bij de voorgaande groep waterplanten.
Soorten met een voorkeur voor bicarbonaat zijn onder andere holpijp (Equisetum fluviatile), zwanebloem (Butomus umbellatus), kalmoes (Acorus calamus), pijlkruid (Sagittaria sagittifolia), grote egelskop (Sparganium erectum) en liesgras (Glyceria maxima).

Een lichte chloridevoorkeur heeft alleen zeebies (Scirpus maritimus).

Sulfaatvoorkeur hebben zomprus (Juncus articulatus), mattenbies (Scirpus lacustris), wateraardbei (Potentilla palustris), snavelzegge (Carex rostrata), veenpluis (Eriophorum angustifolium), waternavel (Hydrocotyle vulgaris), pitrus (Juncus effusus) en grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica).

In de indifferente groep bevinden zich galigaan (Cladium mariscus), gewone waterbies (Eleocharis palustris), rietgras (Phalaris arundinacea), riet (Phragmites australis), kleine egelskop (Sparganium emersum), kleine lisdodde (Typha angustifolia) en grote lisdodde (Typha latifolia).