Kleine plevier

Charadrius dubius

Leefgebied en trend

Kleine Plevier is een echte pionier die broedt in dynamische milieus gaande van natuurlijke habitats zoals oevers van rivieren en duinen tot tijdelijke kunstmatige habitats zoals afgravingen en opgespoten terreinen. Tijdens de vorige atlasperiode werd de populatie geschat op 330- 370 broedparen. Door het verspreide voorkomen en het vaak tijdelijke karakter van de broedgebieden is er geen goed zicht op het werkelijke aantal dat momenteel in Vlaanderen broedt. In enkele kerngebieden zoals het Antwerpse havengebied, langs de Maasoevers en in de Zeebrugse haven is het aantal broedparen in de periode 2013-2018 evenwel licht afgenomen ten opzichte van de jaren daarvoor. Mogelijk is de soort dus wat achteruitgegaan in Vlaanderen in vergelijking met de vorige atlasperiode, maar het is wachten op de volgende broedvogelatlas vooraleer dat echt duidelijk wordt. Bij onze noorderburen dijde het verspreidingsgebied van de soort de laatste decennia juist sterk uit en zijn de aantallen bijna verdubbeld (tot 1300-1500 paar in de periode 2013-2017). In het Deltagebied bereikte de soort in 2018 een recordniveau van 216 paar. Een aanzienlijk deel van de Nederlandse populatie broedt tegenwoordig in natuurontwikkelingsgebieden, een fenomeen dat we ook vaststellen in Vlaanderen. In de meeste van deze gebieden verdwijnen ze echter na een aantal jaren door vegetatiesuccessie. In Wallonië schommelde het aantal paren in de periode 2001-2007 meestal tussen 110 en 140.