Geelgors

Emberiza citrinella

Beschrijving: 

De Geelgors is een opvallend geelgekleurde gors met een gemiddelde lengte van 16.5 cm. De soort is herkenbaar aan het weinig opvallende koppatroon, gele veerpartijen op kop en onderdelen, een rosse stuit en witte buitenste staartpennen. De hoeveelheid geel kan sterk variëren en kan vooral bij mannetjes erg opvallen. Mannetjes zijn doorgaans iets groter dan vrouwtjes. De Geelgors heeft een opmerkelijke zang, een serie van 5 tot 7 gelijkende noten, die veel weg heeft van de aanzet van de “Vijfde symfonie van Beethoven”. De korte roepjes zijn moeilijker te omschrijven, maar lijken het meest op ‘trp’, dat vaak herhaald wordt, en een scherper ‘tsit’ als alarmroep.

Beheer: 

Geelgorzen broeden in landschappen die gekenmerkt zijn door heterogeniteit en overgangszones zoals agrarische landschappen met veel heggen en knotwilgen, bosranden, temidden bloemrijke graslanden en beekoevers etc. Uit recent onderzoek blijkt dat het voorkomen tegenwoordig nog meer wordt gehinderd door een tekort aan wintervoedsel.
Het beheer van deze soort bestaat uit het voorzien in wintervoedsel door verspreide percelen overstaand graan en Japanse haver, alsook in een voldoende dicht netwerk aan brede, niet te hoge hagen (1.4m hoog, even breed) met daaronder een dichte grasbegroeiing, bij voorkeur grenzend aan een akker met relatief open gewas zoals zomergraan.