Wulp

Numenius arquata

De Wulp is een grote steltloper met lange, gelijkmatig omlaag gebogen snavel. Het verenkleed is grijsbruin gevlekt en gestreept, met in de vlucht een opvallende, witte rugwig. De roep is een ver dragend, weemoedig "koer-li".

Bij de wulp kunnen het foerageer- en broedgebied wat verder van elkaar verwijderd en (ten dele) gescheiden liggen. Broeden gebeurt op uiteenlopende plaatsen in de heide; foerageren vaak in de vochtigere terreindelen en ook op voedselrijkere gronden buiten de heide. Volwassen wulpen leven vooral van bodemfauna zoals wormen en larven van allerhande ongewervelden. De jonge kuikens hebben echter (bovengrondse) insecten nodig en de vogels trekken na het uitvliegen dan ook met hun jongen naar de meer insectenrijke, grazige of kruidenrijke plekken in het landschap die op enige afstand van de broedplaats gelegen kunnen zijn. Ze komen niet enkel voor in grote heideduin- graslandcomplexen maar ook in het agrarische cultuurlandschap. Zo werd de oorspronkelijke broedbiotoop van de wulp, die voornamelijk bestond uit natte heide- en veengebieden, in de tweede helft van de twintigste eeuw grotendeels ingeruild voor cultuurgraslanden. Het aandeel broedvogels in de heide is tegenwoordig beperkt; enkel in de grote heidecomplexen is de soort nog goed vertegenwoordigd.