Bouwen aan groenexpertise

BWK: Loofhoutaanplant (exclusief populier) (n)

BWK-codes: n

De eenheid n is gebruikt voor aanplantingen van allerlei soorten loofhout, evenwel andere soorten dan populier en waarbij de kruidlaag niet kenmerkend is voor één van de andere bostypes. Meestal betreft het relatief jonge bestanden.

Uitgebreid:

Deze eenheid wordt zowel gebruikt voor een jonge aanplant op een voormalige akker of grasland, als voor beplantingen langs weg- en spoorwegbermen. Het is ook gebruikt om beboste percelen weer te geven die slechts van op afstand konden bekeken worden of voor beplantingen van allerlei soorten, waaronder ook exoten. In een aantal gevallen wordt dit in het digitale bestand vermeld in het dataveld ‘info’. Er is getracht om zoveel mogelijk het boomsymbool van de dominante boomsoort(en) toe te voegen. Wanneer geen enkele boomsoort dominant aanwezig is, kan dit weergegeven zijn als n of n+gml (de afkorting gml staat voor gemengd loofhout). Hierdoor zijn beide notaties (n en n+gml) synoniem voor elkaar. n zonder boomsymbool kan er ook op wijzen dat de boomsoort niet werd genoteerd tijdens het veldwerk. Indien één of meerdere soorten, waaronder ook populier of abeel dominant aanwezig zijn, wordt dit gekarteerd als n+pop. Wanneer populier duidelijk de dominante boomsoort is, wordt het geheel aangeduid als populierenbestand (l..).

Variatie:

Plaatselijk is de eenheid n ook gebruikt voor heraanplant na kapping van bos. Soms kon het oorspronkelijke bostype nog herkend worden en in dat geval wordt dit weergegeven als een /-verhouding, waarbij het oorspronkelijke type onder de / staat. De eenheid n* staat voor aanplant met bijzondere soorten in de ondergroei en is slechts heel uitzonderlijk gebruikt. Zowel de aanduiding n° als n is gebruikt voor aanplanten van exoten en voor beplantingen op locaties zoals (snel)wegbermen, grote tuinen, parkeerterreinen, golfterreinen. Een jonge aanplant wordt meestal getypeerd als n. Het gebruik van enkel en alleen het boomsymbool, dus zonder n, als karteringseenheid is zoveel mogelijk vermeden. De symbolen voor gemengd loofhout (gml) en gemengd naaldhout (gmn) daarentegen worden wel meer gebruikt. Het kan dan zowel gaan om jonge aanplanten als om heraanplant of spontane opslag in bos.

Verspreiding:

Aanplanten komen overal in Vlaanderen en het Brussels Gewest voor.

Verspreidingskaart Loofhoutaanplant (exclusief populier)
Waardering:
Biologisch waardevol, met uitzondering van n° dat ‘biologisch minder waardevol’ is.
Indien onder de aanplant een grasland, moeras of een specifiek bostype aanwezig is, leidt dit tot een waardering die bepaald wordt door het aanwezige type onder de aanplant. Als de ondergroei evenwel bijvoorbeeld bestaat uit een soortenarm permanent grasland (n/hp) blijft de waardering ‘biologisch waardevol’.
De uitzondering op deze regel zijn de notaties n/qs° en n/vn°, die als waardering ‘complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen’ krijgen.
Oppervlakte (in ha):
10.000 à 15.000 ha
Zeldzaamheid:
vrij algemeen tot algemeen
Habitatrichtlijn:
meestal geen Bijlage I-habitattype, zie Natura 2000 typologie
Natuurdecreet:
vergunningsplicht vegetatiewijziging
Mestdecreet:
algemeen mestverbod op gronden andere dan cultuurgronden. Bij n/graslandtype gelden andere regels, zie hiervoor bij het betreffende graslandtype.
Bosdecreet:
onderhevig aan het bosdecreet
In samenwerking met:
Referenties
  • Vriens L., Bosch H., De Knijf G., De Saeger S., Guelinckx R., Oosterlynck P., Van Hove M. & Paelinckx D. (2011). De Biologische Waarderingskaart. Biotopen en hun verspreiding in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Inbo.