Focus op kroonvolume en doe meer met minder.

Een straat in een sterk verstedelijkte omgeving, waar veel oudere burgers wonen, kreunt onder de hittegolven. Er wordt besloten om de straat af te koelen door onmiddellijk zo veel mogelijk boompjes te planten. Maar is dit wel de meest kosteneffeciënte manier om de straat af te koelen?

De opdracht bestaat er in om het vooropgestelde doel (afkoeling) zo effeciënt mogelijk te behalen, doormiddel van bomen. Via metrieken (zoals stamtal of kroonvolume) kan je de hoeveelheid groen op je grondgebied monitoren. Maar het is belangrijk dat deze metriek zelf niet het doel wordt, want dan verliest men de effectiviteit (aantal graden afkoeling) van de maatregel uit het oog.  De afweging van de metrieken stamtal tegenover kroonvolume is een vorm van het klassieke dilemma “kwantiteit vs. kwaliteit”. 

Stamtal-benadering

Het stamtal is een veelgebruikte metriek in het bomenbeleid. Het is eenvoudig bij te houden en door iedereen te begrijpen. Belangrijk hierbij is dat het niet enkel een boekhoudkundige optelsom wordt. We gebruiken bomen om verschillende doelen te behalen, zoals het ondersteunen van biodiversiteit of het reguleren van waterdynamieken. Indicators voor het bereiken van deze doelen zijn dan bijvoorbeeld de hoeveelheid vogelsoorten op het grondgebied en het aantal liter regenwater dat niet in het rioolsysteem terecht komt. We proberen met behulp van bomen deze indicatoren zo hoog mogelijk te krijgen. Wanneer men dan kiest voor een groot aantal kleine zuilbomen in plaats van een kleiner aantal bomen die groot kunnen worden, zal het stamtal hoger zijn terwijl er minder verschillende vogelsoorten zich kunnen kunnen vestigen en er meer water in het riool terecht zal komen. De metriek “stamtal” schiet hier het doel voorbij.

 

Zo kan het planten van zo veel mogelijk bomen op korte tijd meer schaduw leveren, maar een tunnelvisie op stamtal kan ertoe leiden dat je grote investeringen doet die zich in mindere mate terugverdienen op lange termijn. Als de bomen te dicht bij elkaar geplant worden, kan er geen enkele volledig uitgroeien. Het resultaat is dat geen enkele boom zijn volledige potentie tot het leveren van ecosysteemdiensten bereikt, terwijl de investering hoger is dan wanneer je minder bomen plant.

De schaduw van een boom met een klein kroonvolume kan maar weinig verkoeling bieden.
De schaduw van een boom met een klein kroonvolume kan maar weinig verkoeling bieden. (Vito Leyssens)

Kroonvolume-benadering

Een andere metriek om de hoeveelheid groen op het grondgebied in kaart te brengen, is het kroonvolume. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het kroonvolume verband houdt met de hoeveelheid geleverde ecosysteemdiensten. Wanneer men het kroonvolume loodrecht projecteert op de grond, bekomt men de kroonprojectie, welke een makkelijkere metriek is om te monitoren. Dat is waarom er in de 3-30-300 richtlijn en de gemoderniseerde Vlaamse groennormen doelstellingen in functie van kroonprojectie gesteld worden. 

Wanneer de schaduw van bomen met een groot kroonvolume tijdens het heetste moment van de dag op een gebouw valt, zal dit zorgen voor effectieve verkoeling.
Wanneer de schaduw van bomen met een groot kroonvolume tijdens het heetste moment van de dag op een gebouw valt, zal dit zorgen voor effectieve verkoeling. (Vito Leyssens)

Doe meer met minder

De grootste investeringen die gebonden zijn aan het planten en beheren van bomen, gebeuren in de eerste jaren (standplaatsinrichting, aanplant en begeleidingssnoei). Naarmate bomen ouder worden, neemt het kroonvolume, en dus de maatschappelijke winst, exponentieel toe. Zowel vanuit het perspectief van ecosysteemdiensten als van inititiële investeringskosten is het gunstiger om één grote kwalitatieve boom te voorzien in plaats van tien kleinere bomen met hetzelfde gezamenlijke kroonvolume. Er worden in totaal meer diensten geleverd door de grote boom dan de verschillende kleine bomen samen. Door te focussen op kroonvolume kan men dus meer maatschappekijke winst bereiken voor elke euro die geïnvesteerd wordt.

Elke straat heeft maar een bepaald beschikbaar bovengronds groeiruimte, m.a.w.: het maximaal kroonvolume is beperkt. Als men dit maximale kroonvolume bereikt met minder bomen, daalt de investeringskost en is de maatschappelijke winst groter. De return-on-investment is dus vele male groter wanneer men zich focust op kroonvolume in plaats van op stamtal. Dit verhoogt de financiële haalbaarheid van je project.

Maar hoe kan je garanderen dat bomen een degelijk bovengronds volume zullen innemen? Dat kan je doen door genoeg ondergronds groeivolume voor de boom te reserveren. Vandaag ondergronds volume reserveren, is morgen bovengrondsvolume genereren. 

Indien men kiest voor minder bomen, maar ook op korte termijn een sigificante verhoging van het kroonvolume wil, kan men heesters rond de bomen planten. Het aanleggen van een mantel van heesters rond een boom zorgt niet alleen voor een visueel effect op korte termijn, maar verhoogt ook de ecologische waarde op lange termijn. Hiernaast vervullen de heesters ook een verplegende functie voor de jonge bomen (bescherming van wind en zonnestralen).

Effectieve verkoeling

Terug naar onze casus: zo efficiënt mogelijk de straat afkoelen doormiddel van bomen. Ten eerste moeten we de locatie van de bomen zo bepalen, dat ze maximaal schaduw werpen op de huizen op de heetste momenten van de dag. Daarnaast moet deze schaduw ook voldoende groot zijn om effectief verkoeling te bieden. Om te bepalen hoeveel bomen je dient te planten, moet je het verwachte kroonvolume van de volwassen bomen in verhouding zetten met het beschikbaar bovengronds groeivolume. Als we de 3-30-300 richtlijn en de gemoderniseerde Vlaamse groennormen volgen, dienen we minstens een kroonprojectie van 30% te behalen voor een effectieve verkoeling. Om die richtlijn om te zetten in het aantal te planten bomen, berekent men de oppervlakte van de straat, en neemt men hier 30% van. Dit resultaat is de minimaal te behalen kroonprojectie op lange termijn. Daaruit kan je afleiden hoeveel volwassen individuen van een bepaalde boomsoort nodig zijn om deze kroonoppervlakte te behalen.

Conclusie

Om een verstedelijkte straat zo snel mogelijk af te koelen, is groenvolume essentieel. Wanneer je zo veel mogelijk bomen aanplant, zal de straat op korte termijn meer groenvolume hebben, maar de investeringskosten zullen hoog zijn. Wanneer je minder bomen aanplant, zal de investeringskost kleiner zijn en kunnen de bomen hun volledig potentieel bereiken. Op deze manier zal er per boom (en per euro) meer afkoeling geboden worden aan de burgers. Door te focussen op het kroonvolume op (middel)lange termijn, zal je de straat op de meest efficiënte wijze afkoelen. Om op zeer lange termijn het kroonvolume te garanderen, dient men voldoende jonge bomen te hebben om het verlies van de oudere generaties op te vangen.

Logo VVOG (VVOG (Vereniging voor openbaar groen))

Geschreven door:

Vito Leyssens
Stafmedewerker VVOG