Status van de Nederlandse otterpopulatie na herintroductie

In 2002 is men in Nederland gestart met een herintroductieprogramma voor de otter, nadat deze in 1988 was uitgestorven. Er zijn in totaal 31 otters uitgezet in Nationaal Park Weerribben-Wieden (ongeveer 95.000 ha). Inmiddels is sprake van een groeiende populatie, met een toenemend aantal zwervende otters buiten de grenzen van het uitzetgebied. Dit gebied lijkt volledig bezet, waarbij het jaarlijkse surplus aan nieuw geboren otters elders leefgebied moet zien te vinden. De ecologische infrastructuur die daarvoor nodig is, is nog niet op orde en dit leidt tot een relatief groot aantal verkeersslachtoffers onder zwervende otters (ca. 15 op jaarbasis) Door de huidige hoge sterfte van subadulte mannetjes kan men niet spreken van een duurzame populatie (uitsterfkans is ~30% in 100 jaar). Daarvoor is het nodig dat op niet te grote afstand van de huidige kernpopulatie in De Wieden-Weerribben een tweede kernpopulatie wordt aangelegd, waardoor een metapopulatiestructuur wordt gecreëerd. Een mogelijke bedreiging voor de populatie vormt ook inteelt. Doordat de populatie geïsoleerd is heeft er (nog) geen uitwisseling plaats met naburige populaties in Duitsland. Daardoor vindt er in toenemende mate paring plaats tussen nakomelingen met gemeenschappelijke voorouders. De verwachting is dat inteelt de komende jaren verder zal toenemen, hetgeen zijn weerslag kan hebben op de reproductie en de overleving van (jonge) otters. Het is dus van belang maatregelen te nemen die het proces van genetische verarming en inteelt vertragen. Daartoe moet het voor otters mogelijk worden gemaakt om veilig over grote afstanden te kunnen migreren.