Onderhoud en controle van de kettingzaag

Fabrikanten van kettingzagen zijn voortdurend bezig met het ontwikkelen van betere motortechnieken en met het beperken van het onderhoud. Hierdoor zijn er afhankelijk van de fabrikant en het type langere onderhoudsintervallen nodig of zijn bepaalde onderdelen onderhoudsvrij. Dit is het geval bij de nieuwste generatie kettingzagen waar de carburator niet langer manueel afgesteld wordt, maar door middel van een elektronisch motormanagement systeem. Ook de verbeterde luchtfiltertechnieken zorgen voor langere onderhoudsintervallen van de luchtfilter.

De onderstaande opsomming van onderhoudstaken is dan ook eerder een leidraad:

  • de controle van de veiligheidsvoorzieningen (trillingsdempers, kettingvanger, ...)
  • de controle van de ketting op beschadigingen
  • de controle en het onderhoud van de kettinggeleider
  • de controle en het (eventueel) schoonmaken van de luchtfilter
  • de controle en het schoonmaken van het tandwiel en de kettingrem
  • het scherpen van de ketting
  • de controle en eventueel het bijvijlen van de dieptestellers

Bij het onderhoud is het raadzaam de handleiding te lezen en de aanwijzingen van de fabrikant te volgen. Bepaalde types en merken hebben specifieke aandachtspunten in verband met onderhoud die strikt gevolgd moeten worden.

luchtfilter

Controle van de veiligheidsvoorzieningen op de kettingzaag

Hieronder vind je een instructiefilmpje waar je de elf veiligheidsvoorzieningen kan leren kennen en een animatie om je kennis hierover te testen.

Europa legt fabrikanten van kettingzagen een aantal voorwaarden op waaraan de machines moeten voldoen om op de Europese markt verkocht te mogen worden. We overlopen ze één voor één.

1. Er moeten duidelijke en goed leesbare pictogrammen te zien zijn zodat je weet dat je de gepaste bbm's moet dragen en dat je de handleiding leest.
2. Gasbeveiliging zorgt ervoor dat je enkel gas kan geven als je de handgreep goed omsluit.
3. Een goed gemarkeerde aan- en uitknop die vlot te bedienen is met de duim zonder dat je de machine moet loslaten.
4. Trillingsdempers bestaande uit veren of rubbers of een combinatie van beide. Deze zorgen ervoor dat het motorblok afzonderlijk wordt afgeveerd van gashendel en draagbeugel.
5. Linkerhandbescherming tegen wegvliegende stukken en takken.
6. Een kettingrem die bij een terugslag automatisch vergrendelt. We raden aan om de kettingrem ook actief te gebruiken.
7. Een veiligheidsketting is nodig voor het verkleinen van de terugslag wanneer je hout op een verkeerde manier zou raken.
8. Tijdens het transport van een kettingzaag beschermt de transportkap de ketting tegen beschadiging en de bediener tegen verwondingen. De uitlaat wijst van de bediener weg.
9. Een kettingvanger zorgt ervoor dat de ketting niet kan wegvliegen wanneer deze afloopt of breekt. Wanneer de ketting toch breekt of afloopt en wordt opgevangen door de kettingvanger, zorgt het verbrede handvat ervoor dat je de ketting niet tegen je handen krijgt.

Starten en operationele controles

Bij het starten en de operationele controles kijk je na of de belangrijkste functies werken. De operationele controles bestaan uit:

  • Werkt de kettingrem van je kettingzaag?
  • Loopt de ketting niet mee wanneer je de kettingrem hebt afgezet bij een stationair toerental?
  • Is er voldoende kettingsmering?
  • Kan je de motor met de aan/uit knop stilleggen?
  • Is de kettingspanning nog in orde na het warmdraaien?

In het onderstaande instructiefilmpje tonen we je waar je op moet letten.

Voor je met de kettingzaag aan de slag gaat, laat je ze best even warm draaien en voer je enkele operationele controles uit.

Uiteraard moet hiervoor de motor eerst gestart worden. Indien de machine het afgelopen uur nog niet heeft gewerkt, zal je de koude startprocedure moeten gebruiken. Bij voorkeur plaats je hiervoor de machine stabiel op de grond, zonder dat de ketting de grond raakt. Ga eerst en vooral na of de kettingrem opstaat. Zorg ook voor een veilige afstand van ontvlambare stoffen zoals de brandstof- en olietank. Zet de aan/uit schakelaar in de startpositie. Indien een decompressieknop op de machine aanwezig is, druk je deze best ook in om het starten te vergemakkelijken. Hou de machine stabiel. Hiervoor plaats je je linkerhand rond de draagbeugel en de tip of hiel van je rechtervoet op het verbrede handvat. Met je rechterhand trek je aan het startertouw tot je de machine even hoort aanslaan. Druk de compressieknop opnieuw in en trek het startertouw aan tot de motor aanslaat. Dit zou normaal gezien binnen de vijf pogingen moeten lukken.

Eens de machine draait, ga je zo snel mogelijk rechtstaan in een stabiele houding. Zet de kettingrem af, en laat de motor geleidelijk op bedrijfstemperatuur komen. De werking van de kettingrem test je door even vol gas te geven, en dan de rem op te zetten. De ketting moet ogenblikkelijk stilstaan. Zonder de machine te lossen, zet je de kettingrem af en kijk je of de ketting wel degelijk stil blijft staan als je geen extra gas geeft.

Je test best of er voldoende smering is. Hiervoor laat je de ketting even op korte afstand boven een voorwerp draaien en kijk je of er zich op dit voorwerp een oliespoor heeft gevormd door de wegvliegende smeerolie. Let op dat je het voorwerp niet raakt met het bovenste punt van het zaagblad om geen levensgevaarlijke terugslag te krijgen. Hou hiervoor ook steeds je hoofd uit de lijn van het zaagblad.

Voor de algemene veiligheid moet de motor afslaan als de uitschakelaar of de kortsluitknop op de uitstand wordt gezet. Als aanduiding wordt meestal het nul cijfer gebruikt. Een laatste controle kan uitgevoerd worden als de motor nog uitstaat. Dit is de visuele controle op de juiste kettingspanning. Wanneer één of meerdere van deze punten niet of slechts gedeeltelijk in orde zijn, probeer je deze eerst te herstellen of te vervangen. Als dit niet mogelijk is, de machine labelen, aan de kant zetten en een andere machine nemen.

Als je de machine opnieuw wil starten, en de motor staat nog warm, controleer je even of de kettingrem opstaat en hoef je de schakelaar maar op de aanstand te zetten. Indien aanwezig, druk je de decompressieknop in. Blijf rechtop staan, neem met je linkerhand de machine vast in de bocht van de draagbeugel en klem de gashendel enigszins tussen je dijbenen. Nu trek je met je rechterhand aan. Deze beenklem methode kan ook gebruikt worden bij de koude start van lichtere machines. Nu je weet dat je machine echt in orde is, kan je steeds met veilige werktechnieken en houdingen aan het echte werk beginnen. Zagen maar.