De tractor

Een tractor is net als een éénassige trekker een werktuigdrager en een aandrijfmachine. Dit wil zeggen dat je er een werktuig moet aan bouwen wil je er mee kunnen werken. De meeste werktuigen worden aan een hefinrichting opgehangen. De aandrijving gebeurt mechanisch of hydraulisch via snelkoppelingen. De aanbouwmogelijkheden bij een tractor zijn dan ook enorm. Niet alleen achteraan, maar ook vooraan hebben de meeste tractoren tegenwoordig aandrijf- en ophangpunten. Bij de meeste tractoren wordt het werktuig achteraan gedragen en dit om een optimale gewichtsverdeling te hebben. Bij het maaien is dit een minder interessante positie, zo rijd je namelijk een deel van de vegetatie plat met de wielen en kan je niet altijd goed zien wat je maait. Bij sommige tractoren kan de stuurinrichting daarom omgekeerd worden waardoor het werktuig vooraan gedragen wordt en de bestuurder een beter overzicht heeft op het maaiwerk. Voordelen: - Veelzijdige en krachtige werktuigdrager en -aandrijver - Zeer terreinvaardig - Comfortabel in het gebruik (minder trillingen dan de éénassige trekker) - Er is een grote keuze aan modellen - Lange levensduur en hoge duurzaamheid Nadelen: - Zwaarder (hogere bodemdruk) - Duurder in aankoop - Vraagt meer onderhoud dan een éénassige trekker - Er zijn gevaarrisico’s ivm de aftakas De meeste tractoren kunnen worden uitgerust met een geconditioneerde cabine. Dit biedt het voordeel dat de bestuurder afgeschermd wordt van stof en hitte. Het nadeel is echter dat maaien langs houtkanten en bosranden soms moeilijker verloopt door de aanwezigheid van overhangende takken. Wanneer er geen geconditioneerde cabine is, moet er altijd een rolbeugel gemonteerd zijn. Deze beschermt de bestuurder tegen verplettering wanneer de machine zou omkantelen.