QD streeft naar kwaliteitshout (basistraject)

In een bos groeien bomen. Hout van die bomen is al eeuwen een natuurlijke grondstof voor de mens. Zowel voor energie als materiaal. Bomen groeien vanzelf, maar het hout ervan kan dan meestal niet gebruikt worden voor hoogwaardige toepassingen. In de tabel zie je een overzicht van de mogelijke toepassingen van de houtopbrengst, zowel met nadruk op kwantiteit/bulk als op kwaliteit.

Neem nu het hout van stammen bedoeld voor de productie van fineer. Deze hoogwaardige toepassing vereist geen enkel houtgebrek: rechte vezel, geen noesten in het hout, perfecte kleur, regelmatige groeiringen, ... Zelfs al wordt deze stam niet gekocht door een fineerverwerker, dan nog kan het voor tal van toepassingen gebruikt worden. Een stamstuk van brandhoutkwaliteit daarentegen kan niet omgetoverd worden tot meubel- of fineerhout. Van een ezel maak je immers geen racepaard...

Conclusie: Kwaliteit is enerzijds afhankelijk van de toepassing van het hout. Anderzijds is het een mate van zeldzaamheid.

De ambitie van een natuurgerichte bosbeheerder ligt niet in massaproductie, maar in edel hout van topkwaliteit. Een beheer dat zich concentreert op individuele kwaliteiten is veel flexibeler om subtiele standplaatsverschillen te benutten en voldoet beter aan de huidige (veeleisende) visie op bosbeheer. Hetgeen wordt ingeleverd op houtvolume, wordt verondersteld gecompenseerd te worden door de waarde van het kwaliteitshout. Een goede vermarkting van het kwaliteitshout is hierbij cruciaal. Feit is wel dat in beide benaderingen (massaproductie versus kwaliteit) de toekomstige opbrengst totaal onvoorspelbaar blijft, maar dat de tweede benadering duidelijk gevarieerder bossen oplevert. Een nadeel van al die heterogeniteit is wel dat er weinig of geen cijfermatig referentiemateriaal over bestaat en dat het beoordelen en sturen van de bosontwikkeling veel meer inzet van de beheerder vraagt. Dat laatste maakt het vak dan natuurlijk wel veel boeiender!

.

Voorbeelden van houtopbrengst

Links