Oehoe

Bubo bubo

Leefgebied en trend

De plotse en snelle toename van Oehoe als broedvogel in Vlaanderen is één van de spectaculairste ornithologische ontwikkelingen die in dit rapport aan bod komen. Nadat in 2005 voor het eerst een broedgeval werd vastgesteld in Limburg, leek een echte doorbraak er niet meteen te komen. Tot 2011 nam het aantal losse waarnemingen weliswaar licht toe, maar nieuwe broedgevallen bleven uit (of werden niet ontdekt). Vanaf 2012 kreeg de soort dan vaste voet in Vlaanderen en vooral vanaf 2017 ging het plots snel en werden steeds meer broedgevallen of roepende adulten ontdekt. Ondertussen is de soort opgedoken in alle Vlaamse provincies. De schatting van dertig paren in 2018 is mogelijk nog aan de lage kant aangezien wellicht lang niet alle paren gevonden worden. Limburg is de belangrijkste provincie voor de soort en in de Voerstreek is de soort nu reeds wijdverspreid aanwezig. In 2018 werden er, de Voerstreek niet meegerekend, minimaal acht broedparen geteld (med. VWG Likona), maar tevens werd aangegeven dat wellicht meerdere nieuwe locaties nog niet werden ontdekt/gecontroleerd. Tekenend voor de snelle westelijke uitbreiding is o.a. de aanwezigheid van 3-5 territoria in de Vlaamse Ardennen in 2019. Ook vanuit zuidelijke richting komen Oehoes onze kant op met steeds vaker meldingen in de Dijlevallei, het Zoniënwoud enz … De impact van een toppredator als Oehoe op andere vogelsoorten kan groot zijn. Door hun grote formaat zijn quasi alle vogelsoorten, tot Havik toe, potentiële prooien. De soort blijkt bovendien erg tolerant naar nestplaatskeuze toe. Er werd al gebroed in oude fabrieksgebouwen, kerktorens, op steile hellingen in zandgroeves enz… In bossen wordt gebruik gemaakt van oude Havik-horsten, maar het nest kan ook gewoon op de grond worden gebouwd. Inventariseren van roepende mannetjes is niet altijd eenvoudig. Soms wordt maar erg kort geroepen en het geluid dat ze voorbrengen kan enkel op windstille avonden of nachten vanop grote afstand gehoord worden. Ook de precieze locatie van een roepende vogel is soms verrassend moeilijk te vinden. Toch groeit het besef dat Oehoe stilaan in alle grote bos- en natuurgebieden kan opduiken en gaan waarnemers er gericht meer aandacht aan besteden. Het terreinwerk voor de nieuwe vogelatlas zal de komende jaren ongetwijfeld nog vele nieuwe locaties aan het licht brengen.